Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

Trappisten

Sinds het einde van de 15e eeuw is in de Kerk wijdverbreid het streven naar hervorming zichtbaar. Ook bij de cisterciënsermonniken leefde het besef dat het niet in alle opzichten goed ging en het tijd was voor bekering en verandering van levenswijze. Zo was er onder andere sprake van een verregaande invloed van wereldlijke machten binnen de abdijen. Restanten van een middeleeuws feodaal systeem maakte dat de abten aan het hoofd van de gemeenschappen meer functioneerden als mannen, verwikkeld in materiële belangen, dan als geestelijke vaders.

Abdij Lilbosch trappisten

In La Trappe te Normandië liet zo’n zogenaamde commendataire abt, Jean le Bouthillier de  Rancé, zich in 1664 tot werkelijke abt wijden en leidde daarmee een hervorming van de kloosters in. In de loop der jaren was zijn spirituele zoektocht steeds meer onder de invloed van de ‘woestijnvaders’ gekomen. Vooral van Johannes Climacus’ Hemelladder. Wel beseffend dat het niet mogelijk zou zijn om de Sinaï te laten voortleven in zijn abdij
trachtte hij toch een soortgelijke sfeer te scheppen. De monniken kregen ook de namen van vroegere woestijnvaders: de beroemde Arsenius werd Arsène. Enkele hervormingen van hem: hij voerde een (vrijwel) absoluut stilzwijgen in voor de monniken, verbande de ontspanning, beperkte de correspondentie en herstelde de vasten volgens de Regel van Benedictus.   

Meerdere Cisterciënserabdijen sloten zich na verloop van tijd bij La Trappe aan in dit verlangen naar waarachtig, compromisloos monastiek leven. In 1892 hebben deze zich verenigd tot één zelfstandige, autonome Orde: de Orde der Cisterciënsers van de Stricte Observantie, oftewel kortweg: O.C.S.O.

Scroll naar boven