Monastieke arbeid
Naast koorgebed en geestelijke lezing vormt ook de dagelijkse arbeid een belangrijk facet van het monastieke leven. De arbeid staat niet los van ons gebedsleven. Goede monastieke arbeid maakt deel uit van het contemplatieve leven. Ze is een voortzetting van- en een voorbereiding op het gebed. Juist handenarbeid houdt de geest vrij om zich op de Heer te richten. Ze draagt bij aan de balans van lichaam en geest in ons bestaan en wordt tot een ononderbroken gebed. Maar wel geldt de afspraak: zodra de klok luidt wijkt ons werk voor het gezamenlijke koorgebed.
Daarnaast is arbeid voor ons belangrijk omdat ook wij -zoals iedere sterveling- willen werken voor ons eigen levensonderhoud. Ieder van ons draagt daar naar eigen vermogen aan bij. Als monniken van Abdij Lilbosch willen wij leven van het werk van onze handen, in eenheid met de ons omringende natuur. We bebouwen onze akkers, houden kloostervarkens, kippen en bijen, telen groente en fruit. Ook produceren wij eigen likeuren. Daarnaast zijn er allerlei werkzaamheden in en rondom het huis en dragen wij zorg voor onze gasten. Elke arbeid kan bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling, zij geeft kansen voor onderlinge dienstbaarheid en kan de saamhorigheid van de gemeenschap bevorderen.