Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

Ons landbouwbedrijf

Alle eeuwen door hebben monniken willen leven van de opbrengst van hun eigen handenarbeid, maar daarbij wel naar vormen van arbeid gezocht die passen bij hun levenshouding.

Wij in Abdij Lilbosch kiezen in overeenstemming en continuïteit met de eeuwenoude monnikentraditie bewust voor landbouw en veeteelt als eerste vorm van onze monastieke arbeid. Dat heeft historische en praktische redenen. Maar dat heeft ook spirituele redenen. Landbouw verbindt heel concreet en metterdaad met de aarde. Het maakt de monnik nederig, en dus ontvankelijk, zoals de grond ontvankelijk is. Akkerbouw en veeteelt vragen een voortdurend en aandachtig inspelen op de omstandigheden en de eigen aard van plant en dier, en daar nooit tegenin. Zo wordt de monnik eigen gemaakt aan de kunst van het inspelen – is elk dieper gebed niet een inspelen op Gods genade? Zo is landbouw bij uitstek geschikt als monastiek arbeidsveld, met zowel voorwaarden als kansen om de arbeid van de monnik te laten worden tot echt monnikenwerk.

Abdij Lilbosch ons landbouwbedrijfLilbosch is de enige nog overgebleven kloosterboerderij in Nederland. Ons landbouwbedrijf is onze belangrijkste bron van bestaan en levert het grootste deel van onze inkomsten. Enkele parttime personeelsleden helpen ons bij het rond krijgen van alle arbeid.

Abdij Lilbosch beheert een domein van ongeveer 150 hectares. Akkerbouw is de hoofdpoot van ons landbouwbedrijf. Op ongeveer 90 hectares telen wij gewassen als granen, suikerbieten, koolzaad en korrelmaïs. Circa 35 hectares zijn grasland: weidegrond voor onze kloostervarkens (Livar) en zoogkoeien (ras: Galloway), en hooilanden. De meeste graslanden dienen ook als beschermende rand om onze natuurgebieden, die de overige25 hectaresvan ons domein uitmaken: moerasgebiedjes, kwelbosjes, beekoevers, houtwallen en dergelijke.

In onze ommuurde moestuin en boomgaard telen wij groenten voor eigen gebruik en kleinfruit.

Scroll naar boven